-
1 acoustics
n. akoestiek; geluidswet; geluidsvoorwaarden in de zaal[ əkoe:stiks] -
2 ceramics
n. keramiek (voorwerpen die van aardewerk zijn gemaakt)[ siræmiks] -
3 telecommunications
n. telecommunicatie (afstandverbindingen d.m.v. electronische middelen; alle apparaten gebruikt voor communicatie)[ tellikkəmjoe:nikkeesjnz]1 〈 werkwoord steeds enkelvoud〉telecommunicatietechniek/wetenschap -
4 brief
adj. kort--------n. instructie (voor pleiter); vlieginstructie; (dames/heren)slip--------v. instrueren; rapporterenbrief1[ brie:f]1 stukken ⇒ bescheiden, dossier; 〈 juridisch〉 instructie voor pleiter 〈 opgesteld ten behoeve van advocaat〉; 〈Brits-Engels; bij uitbreiding〉 opdracht voor een ‘barrister’♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 it's not part of your brief to tell her what to do • het is niet aan jou haar te zeggen wat ze doen moetII 〈meervoud; werkwoord steeds meervoud〉1 (dames/heren)slip ⇒ (pijploos) onderbroekje, bikinibroekje————————brief21 kort(stondig) ⇒ beknopt, bondig, vluchtig♦voorbeelden:brief and to the point • kort en krachtigbe brief • het kort houdenin brief • om kort te gaan, kortom————————brief3〈 werkwoord〉♦voorbeelden:1 please brief me on this point • wil je dit punt even met me doornemen? -
5 French
adj. Frans, betr. Frankrijk--------n. Frans(e) taal; taal gesproken in aantal landen (zoals in Canada, gedeelten van België, Zwitserland, in specifieke landen in Afrika en Caraïbisch gebied en in andere plaatsen); Fransman of Francaise (als bevolking); volkstaal--------n. French, familienaam; Daniel Chester French (1850-1931) Amerikaanse beeldhouwer die zittende marmeren beeld van Abraham Lincoln in Lincoln Memorial in Washington D.C. (V.S.) creëerdeFrench1[ frentsj]I 〈 eigennaam〉II 〈meervoud; werkwoord steeds meervoud; the〉————————French21 Frans♦voorbeelden:French chalk • kleermakerskrijt〈 Amerikaans-Engels〉 French doors • openslaande (tuin/balkon)deurenFrench kiss • tongzoentake French leave • er tussenuit knijpen〈Brits-Engels; informeel〉 French letter • condoom, kapotjeFrench windows • openslaande (tuin/balkon/terras)deuren -
6 bell-bottoms
bell-bottoms〈meervoud; werkwoord steeds meervoud〉1 (strakke) broek, met wijd uitlopende pijpen -
7 betrothed
-
8 countryfolk
n. plattelandsmensen, mensen die opgegroeid zijn op het platteland of er wonencountryfolk〈meervoud; werkwoord steeds meervoud〉 -
9 doldrums
n. streek rond de evenaar waar vaak windstilte heerst; slecht humeur; gebrek aan activiteit[ doldrəmz] 〈meervoud; werkwoord steeds meervoud〉♦voorbeelden: -
10 garda
[ ga:də] 〈meervoud: gardaí [-die:]〉II 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord steeds meervoud〉 -
11 horse
n. paard; (bij gymnastiek:) paard--------v. opzadelen; paardrijden; op rug dragen[ ho:s]1 paard2 (droog)rek ⇒ schraag, ezel♦voorbeelden:1 eat/work like a horse • eten/werken als een paardlock the stable door/barn door after the horse has bolted/been stolen • de put dempen als het kalf verdronken is〈 informeel〉 hold your horses! • rustig aan!, niet te overhaast!〈 spreekwoord〉 you can lead a horse to the water but you cannot make it drink • men kan een paard wel in 't water trekken, maar niet dwingen dat het drinkt -
12 literati
n. literatuurkenners, literaire kringen, geleerden[ littəra:tie:] 〈meervoud; werkwoord steeds meervoud〉 -
13 viewership
viewership〈meervoud; werkwoord steeds meervoud〉 -
14 waterfowl
n. watervogel, watergevogeltewaterfowl〈meervoud: ook waterfowl〉II 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord steeds meervoud〉 -
15 counsel
n. raad, advies, overleg; raadsman/vrouw--------v. raad geven, adviserencounsel1[ kaunsl]1 raad ⇒ (deskundig) advies, leidraad2 overleg ⇒ beraad(slaging), consult♦voorbeelden:take counsel together • beraadslagen, overleggen1 raadslieden ⇒ advocaat, verdediging♦voorbeelden:1 counsel for the defence claim that … • de verdediging voert aan dat …————————counsel2〈werkwoord; Brits-Engels counselled〉1 advies/raad geven ⇒ adviseren, aanraden♦voorbeelden: -
16 people
n. "People", wijdverspreid Amerikaans magazine dat informatie over bekende mensen publiceertpeople1[ pie:pl]1 volk ⇒ gemeenschap, ras, stam♦voorbeelden:II 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord steeds meervoud〉1 mensen ⇒ personen, volk, lui2 de mensen ⇒ ze, men♦voorbeelden:2 what will people say? • wat zullen de mensen/ze wel zeggen?people say … • men zegt …¶ go to the people • een referendum houden, naar de kiezers gaan→ beautiful beautiful/————————people2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:a thickly peopled town • een dichtbevolkte stad -
17 police
n. politie; politieagenten--------v. toezicht houden op; van politie voorzienpolice1[ pəlie:s] 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord steeds meervoud〉1 politie ⇒ politiekorps, politieapparaat♦voorbeelden:————————police2〈 werkwoord〉2 controleren ⇒ toezicht uitoefenen op/over -
18 English
adj. met betrekking tot Engeland of zijn burgers; van of met betrekking tot Engelse taal--------n. engels, engelsman; de engelse taal--------v. een woord of zin veranderen in Engelse spelling of uitspraak; iets in Engelse taal vertalenEnglish1[ ingglisj] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————English21 Engels ⇒ in/uit Engeland; in het Engels♦voorbeelden:English breakfast • Engels ontbijt, ontbijt met spek en eierenEnglish horn • Engelse hoorn, althobo -
19 Scotch
adj. Schotse (whisky/broth); (-tape) plakband--------n. (de) Schotten; Schotse whiskyScotch1[ skotsj]I 〈 eigennaam〉III 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord steeds meervoud; the〉————————Scotch21 Schots2 zuinig♦voorbeelden:Scotch fir/pine • grove denScotch terrier • Schotse terriërScotch whisky • Schotse whisky -
20 Scottish
adj. Schots (betr. Schotland/Schotten/Schotse taal of dialect)--------n. de Schotten; Schots (taal/dialect)
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский
werkwoord steeds meervoud
Страницы